Home

Foto album

Etappeplaatsen en statistiek

 

Torres del Paine

 

 

10 oktober 2009 is het zover: We gaan een half jaar fietsen: 3 maanden Zuid Amerika: van Santiago de Chile naar Ushuaia en 3 maanden Australië: van Sydney naar Adelaide, via Tasmanië.

De voorbereidingen zijn afgerond en we zijn er helemaal klaar voor: de fietsen zijn ingepakt en onze tent, keuken en kleren voor komende maanden zijn in de tassen gepropt.

Hieronder het verhaal van de eerste drie maanden.

 

Santiago de Chile

Na een lange vliegreis (15 uur) komen we ´s morgens aan in Santiago. Bij de bagage hebben wij onze fietstassen snel te pakken, maar de fietsen zelf die komen maar niet. Wanneer iedereen zijn spullen heeft en de bagageband stopt, gaan we toch maar eens naar de fietsen informeren. na een half uur komen ze er achter dat ze wel in Santiago zijn aangekomen en dus ergens op het vliegveld staan. Een grote zoekactie volgt en nog een half uur later worden ze gevonden in de vrachtafdeling (vanwege de grote fietsdozen zeker). Na weer een half uur staan de fietsen wel bij de drop-offband van ons, maar wel buiten want ze passen niet door het drop-offgat. Dus moet de drop-offsleutel van de deur gevonden worden, en dat duurt de drop-offmeneer ook te lang. We besluiten buiten de fietsen uit de doos te halen en zo door het dropp-offgat te proppen. maar dan blijkt dat de fietsen met doos en al toch door het dropp-offgat kunnen. Wij zijn dus compleet.

 

Gelukkig staat het mannetje wat ons naar ons B&B zou brengen nog geduldig te wachten. Bij het BB worden we hartelijk ontvangen. Vanuit onze kamer kunnen we de Andes met sneeuwtoppen zien liggen, prachtig. Omdat we anders zouden inkakken besluiten we door de stad te gaan fietsen. Santiago heeft 6 miljoen inwoners maar er is werkelijk niemand te bekennen. We gaan direct maar een hoogtepunt bezoeken, Cerro St Christobal, 860 meter hoog. Daar treffen we veel mensen uit Santiago (the place to be dus). iedereen is of aan het hardlopen, wandelen of omhoog aan het fietsen, erg gezellig!

Op maandag trekken we weer de stad in, wat blijkt, ze hebben van onze trouwdag een nationale feestdag gemaakt! Daardoor is er niets open,  dus helaas geen musea. Nog wel een oud kasteel midden in de stad beklommen met een mooi uitzicht op de Andes.

Morgen gaat de fietstocht van start, we hebben er erg veel zin in.

 

De Pacific

 

Constitucion

We zijn inmiddels ruim 500 km gevorderd. Echt spannende dingen hebben we nog niet beleefd. Santiago uit is een redelijk hevig gebeuren: 2 baansweg met vaak geen vluchtstrook en heel druk. maar alle gelukspoppetjes in de tassen hebben ons er doorheen geholpen! Verder was het de eerste dagen koud, zwaar bewolkt en een koude wind.

Vlak onder Santiago komen we het eerste wijngebied tegen: Unduraga, daarna nog veel andere grote viñas gezien maar niet geproefd: wij moeten nog rijden. Wel eten we in een Club Social: een soort oude mannen huis waar je goed kunt eten. Het lijkt wel alsof we maar de helft van de rekening hoeven te betalen.

 

Om de drukte een beetje te ontlopen besluiten we weg van de asfaltweg te gaan en de gravelwegen te verkennen. dat is een waar avontuur. want je hebt een goede ´niet asfalt´weg, maar als die goed is, bedenken ze soms deze om te woelen, zodat het een stuk moeilijker fietst. dan bedenken ze soms ook nog om er grind bij te gooien of zand of nog leuker, verticale ribbels over de weg (wasbord) te maken, nou laat die billen maar trillen. En dan nog de hellingen het liefst meer dan 15%! Maar wij laten ons niet kennen, wij fietsen het allemaal.

Bij de Copec (benzine station) vinden we een perfecte reisgids met gedetailleerde kaarten en een plattegrond van elk gehucht op onze route.

Na een paar dagen liet de zon zich gelukkig zien, de koude wind blijft, een stuk aangenamer. we fietsen nu een paar dagen langs de kust met grote grijze zandduinen en veel mooie natuurgebieden, grote eucalyptus bossen en met heel veel vogels o.a. zwartnekzwanen, pelikanen, witte reigers, meeuwen, grote roodborsten en alles wat we niet kennen. ook staat heel veel in bloei dus we genieten volop.

In Constitucion belanden we bij gebrek aan een camping in een heel mooi roze hotel, een potje koken op de binnenplaats vinden ze geen probleem en het ontbijt lijkt wel in de huiskamer van je overgrootouders.

De mensen hier zijn reuze aardig, zoals toen we geen internetcafé konden vinden, werden we aangesproken door iemand, die ook Engels wilde oefenen, en die bracht ons rustig. En zo gaat het heel vaak, super dus.

Komende dagen fietsen we verder naar het zuiden, we hebben nog even te gaan, gelukkig!

 

 

Chillan

We hebben inmiddels genoeg kou geleden langs de kust en nadat we door de zeerobben zijn wakker gebruld, trekken we het binnenland in via een mooie weg waarbij we kilometers lang uitzicht hebben op een muur van bergen, de Andes dus.

Via Salto de Laja: een grote brede hoge waterval, bereiken we Chillan. Daar verwennen we  ons met een spiksplinter nieuw hotel, koffie met Kuchen en mega supermarkten waar we weer eens Nutella kunnen kopen.

 

Pucon

In Curacautin blijkt dat we de weg die we willen volgen nog dik onder de sneeuw ligt: de sneeuwgrens ligt namelijk op 1000 meter en gezien de weersverwachting (slecht) zou er nog meer bij komen, en door een meter sneeuw heen ploegen met de fietsen is toch niet zo een heel goed plan.

We verleggen onze route van pal zuid naar het zuid westen om vervolgens naar het zuidoosten te gaan, hoekje erbij zeg maar. Helaas blijft de regen met bakken vallen, niet normaal voor deze tijd van het jaar. Onze tent verruilen we daarom regelmatig voor een hotel of wat er voor door gaat. Zo ook in Temuco. Daar gaan we op zoek naar een fietsenmaker voor een nieuw tellertje voor Jolanda, als we er een gevonden hebben slaan we maar meteen onze slag. Als we buiten komen en de hoek om gaan blijkt het hele blok vol te zitten met fietsenmakers met nog veel mooiere tellertjes maar die hebben we nu niet meer nodig.

 

Vanuit Cunco kunnen we wel weer een rondje door een nationaal park maken. De weg is zonder asfalt maar redelijk te doen volgens de plaatselijke Staatsbosbeheer.

De eerste dag van het rondje weer regen, maar gelukkig hebben we een huisje gereserveerd, blijkt alleen 7 km klimmen vanaf de doorgaande weg, het is maar goed dat de eigenaar ons tegemoet komt rijden anders hadden we het echt niet gevonden. De volgende dag is het droog en gaat het door een prachtig gebied, soms spookbosachtig. De heuvels zijn af en toe stevig (25%) met steenslag, dus moesten we regelmatig met z’n 2-en fiets voor fiets naar boven duwen, goed voor de teambuilding.

 

Op zo’n dag met getrek en gesjouw aan de fietsen halen we niet meer dan 45 km maar we hebben dan wel extra tijd om te genieten van de stilte en het uitzicht. Omdat we in de middle of nowhere zitten, en de hele dag geen auto hebben gezien, alleen een cowboy, besluiten we onze tent maar ergens op te zetten, wel op 1000 meter, beetje koud maar prachtig tussen de besneeuwde bergtoppen.

Voordeel van zo hoog is, is dat het daar niet regent (regen zijn we een beetje beu) nadeel is dat het dan wel sneeuwt, dus wanneer we wakker worden ligt er sneeuw op de tent! De lauwe havermout smaakt niet al te best als ontbijt: dus het water ’s avonds al koken en in de thermosfles bewaren blijkt toch niet zo’n goed idee. Na de eerste helling hebben we het al weer snel warm en gelukkig mogen we hele einden afdalen. Als we dan in een dorpje komen gaan we op zoek naar brood. We worden naar een gewoon huis gewezen, daar naar binnen blijkt een hele familie, zeker drie generaties, rond de kachel te zitten en ja hoor we kunnen 10 platte broodjes kopen. Dit blijken een soort platte appelbollen te zijn, dus gefrituurd brood.

Die dag eindigen we in Currarreheu, een dorp met vooral nog Mapuche indianen. In een resto eten we hun lokale gerechten; nou geef ons maar de hollandse pot…

Een dag later zitten we in Pucon, dat is het Valkenburg van Chili. Complete tegenstelling met waar we afgelopen dagen hebben gezeten. Gezien het weer hebben we een huisje met houtkachel die we flink op stoken. Nu maar hopen dat het weer gaat opknappen dan kunnen we nog een vulkaan zien.

 

St. Martin de los Andes

Na Pucon trekken we verder  door het  vulkanen gebied, die niet te zien zijn vanwege de regen, jammer, jammer. Inmiddels zijn we wel geheel vertrouwd met onze regenkleding en deert een beetje regen ons niet meer. De dag na Villarica schijnt de zon en zien we toch echt een vulkaan! Daarna is het weer een week over met de zon, maar deze zon hebben we dan toch gezien.

 

Termas Geometricas in de sneeuw

De tochten die we langs de meren maken zijn prachtig. Het vulkanengebied barst ook van de warmwaterbronnen: termas. Dus doen we na een dagje fietsen nog een termas aan: Termas Geometrica. Terwijl we liggen te dobberen in het hete water begint het te sneeuwen, mooie ervaring en we zijn weer goed schoon geweekt.

Op naar de Argentijnse grens. Vanuit het dorp waar we dan zijn, moeten we ´s morgens eerst naar een meer alwaar we met een boot 2 uur moeten varen. Het is maar 24 km fietsen dus geen paniek, uitslapen en lekker ontbijten. Maar ja dan is deze weg enorm slecht en stijgt vreselijk, blijkt dat meer op 600 meter te liggen. Gelukkig zijn we op tijd voor de boot. De tocht is, ondanks de regen, prachtig, het lijkt een beetje een Noorse Fjord waar we doorheen varen.

Na de boot is het nog maar 7 km naar de grens. Maar de Chilenen doen er alles aan om ons in hun land te houden, want over de weg zijn tonnen grof grind gegooid, niet te fietsen. We doen er dan ook tijden over om de grens te bereiken. precies op de grens is de weg weer iets beter, de zand en gaten variant krijgen we nu, maar alles beter dan grind. De Argentijnse grens is groots opgezet, wat heel grappig is, want je kunt deze grens alleen bereiken door die boot te nemen, en dan nog flink de bergen in. We komen helaas niet waar we willen deze dag, dus zetten onze tent op een picknick plek neer. De hele nacht hoost het, maar de volgende dag…. zon. We hebben een prachtige fietsdag, flink klimmen, veel sneeuw en veel zon. We genieten volop.

Uiteindelijk komen we aan in San Martin de los Andes. Tijd weer om taart bij te eten. De weersverwachtingen voor komende tijd zijn goed, dus dat is wel weer even prettig. We zullen door Argentinië een stuk naar het zuiden fietsen, allereerst door het merengebied naar Bariloche (waar Alex en Maxima een buitenverblijf hebben, wie weet mogen we bij ze kamperen). Het plan om via het schiereiland Chiloe verder te gaan laten we maar varen: daar schijnt het nog meer te regenen dan wat we inmiddels wel gewend zijn.

 

San Carlos de Bariloche

Al een week fietsen wij in de stralende zon!

Vanaf San Martin de los Andes is de tocht werkelijk schitterend geweest, het lijkt wel of mooier steeds mooier wordt! We fietsen nu al een paar dagen tussen de besneeuwde bergtoppen.

En kamperen is ook weer helemaal geweldig, zo mooi. De campings liggen hier aan meertjes en het uitzicht och och och ut wordt een cliché maar het is allemaal zo mooi! Komt allen!!! ´s avonds nog wel erg koud dus jasje, truitje en lange broek meenemen.

In San Carlos de Bariloche doen we weer even luxe: chocolade, ijs en zeker zo belangrijk: een nieuwe brander. Onze Primus Etapower krijgen we niet goed: altijd maar zwartgeblakerde pannen. Met de nieuwe MSR whisperlite zullen we de komende maanden geen enkel probleem meer hebben.

 

Puyuhuapi

Ruta de siete lagosVanaf Bariloche zijn we door NP los Alerces getrokken. eerst is de weg goed, en dan komen de stenenstrooiers weer. We rijden hier door de streek waar Butch Casidy en Sundance kid hebben gewoond.

De route gaat langs vele meren en natuurlijk de besneeuwde bergtoppen. Daarbij dalen we langzaam en dat is goed te merken aan de temperatuur. Slapen doen we bij een grote fishing lodge: prachtig gebouw, grote openhaard, mooi gedekte tafels en wij staan dan op het veldje iets verderop zonder water of sanitair, hm.

Voordat we de Chileense grens over kunnen moeten we eerst nog even 15 km pal tegen de wind in: het lijkt wel of we op een hometrainer zitten, je trapt je rot en je komt niet vooruit, dat is dus de Patagonische wind, ook kennis gemaakt!

Bij de grensovergang vraagt de ambt direct of we met de fiets waren hahahaha alle Europeanen komen hier alleen maar op de fiets. Vervolgens hobbelen we lekker verder en kamperen we respectievelijk in de voortuin van mensen, aan een privestrand en op een boerderie, waar de koeien ‘s morgens om de tent heen staan te loeien.

Inmiddels hobbelen we al 2 dagen op de Carretera Austral, de enige weg in het zuiden in Chili die richting het zuiden gaat. soms is de weg niet meer als een pad, en soms denken ze de weg op te moeten knappen en dus flink met stenen te moeten bezaaien. Dit is ook de weg die ongeveer alle fietsers volgen: zagen we tot nu toe nog geen andere fietsers, nu zien we er 10 op één dag.

Vanuit Puyuhuapi gaan we naar de Ventisquero Colgante (Hangende gletsjer), omdat dit maar 40 km is zitten we na een half uur al weer aan de koffie bij een spiksplinternieuwe termas vlak aan de weg.  Bij de gletsjer staan we op een staatsbosbeheer camping; de wandeling naar de gletsjer is zeer de moeite waard en het kampvuur lekker warm. We genieten nog steeds enorm, dus we gaan nog even door!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cochrane

De dagen worden steeds langer, ofwel we komen steeds zuidelijker. Inmiddels zitten we in Cochrane en hebben weer tegenwind, sneeuw en nu ook 30+ graden gehad.

Vanaf Cohaique hebben we eerst storm mee, jammer genoeg moeten we op een gegeven moment rechtsaf en dan is het schuin hangen met de fiets. Het weer lijkt ons nu goed gezind, wel nog wat kou lijden maar veel zon en daarom mooie plaatjes.

De Cathedral de Marmol is een serie marmeren rotsen die door het water zijn uitgesleten en allerlei pilaren hebben gevormd. Met een bootje ernaar toe gaat snel, terug staat er veel meer wind en zijn de golven zo hoog dat iedereen goed nat is voordat we terug zijn.

In de eerste weken hebben we nauwelijks andere fietsers gezien, vanaf vorige week is het haast in colonne rijden: 9 Fransen, 4 Duitsers, 2 Zwitsers, 2 Australiërs, een Deen en een Belg is zo de oogst van een weekje Carretera Austral, wij zijn dus ´Los Holandeses´. De enige Nederlanders die we hebben gezien fietsen namelijk de andere kant op, die moeten het echt druk hebben met handen schudden van andere fietsers.

 

Cerro Fitz Roy

 

El Calefate

We maken ons op voor het laatste, voor auto’s doodlopende, stuk van de Carretera Austral. Een mooi stuk maar wel zwaar: slechte weg, meer passen dan we hadden verwacht en niets tussen hier en daar. Dus eten mee voor 5 dagen (pasta, rijst, nootjes, rozijnen, aardappel puree, zuurkook, sausjes, blikgroente, en voor ‘s morgens havermout met kleuterpap en melkpoeder en 25 platgeslagen ufobroodjes). Voor water hebben we een filter bij ons, hoewel het water hier zo van de gletsjers komt. Onderweg hebben we tijdens een beklimming van heel dicht bij een condor gezien die vlak boven Jolanda ging vliegen maar gelukkig bedacht dat ze toch een te groot hapje was. Verder een Huemul (soort hert), ook bijzonder. Kamperen deze dagen doen we op de mooiste plekjes langs de rivieren. Gelukkig hebben we supermooi weer. Op deze weg komen we tijdens de paar dagen slechts enkele auto’s tegen. Wat zijn we klein tussen al die bergen!

Deze weg loopt dus dood voor auto’s maar niet voor voetgangers en fietsers. Wij kunnen met een boot over een meer (de boot gaat slechts 2x per week), Chileense grens over, waarna een pad volgt van 25 km of zo, dat pad is enorm slecht en op een gegeven moment alleen nog een paardenpad. Voor dit stuk huren we dan ook een paard voor onze bagage. Zelf waren we daar erg blij mee, want zelfs zonder bagage is het geen pretje. Bruggetjes over water zijn niet meer dan omgevallen boomstammen, het paardenpad is uitgesleten zodat je er net tussen past en soms niet eens. Aan het eind is de Argentijnse grens en moet je weer met een boot. Daarna is er nog een weg (slecht, stenen) van 40 km naar de bewoonde wereld. Al met al ben je dan wel een paar dagen onderweg. Omdat het vakantie is blijven we bij een Camping even voor el Chalten, hier hebben we een magnifiek uitzicht op de Cerro Fitz Roy, ze hebben er speciaal een bankje voor neergezet.

In El Chalten schik je je rot als je opeens veel mensen ziet, maar er is wel weer lekker taart, groente en fruit te koop. Om bij te komen nemen we een lekker hotel met van die heerlijk frisse lakens. Vanuit hier maken we 2 wandelingen naar Cerro Fitz Roy en Cerro Torre, die laatste was jammer genoeg verstopt achter een grote wolk, de Fitz Roy hebben we in alle pracht mogen bewonderen, wat een mooie berg is dat.

Daarna mogen we lekker over asfalt, storm in de rug over weer eens een andere omgeving, de Argentijnse pampa; droog en helemaal geen bomen: alleen wat lage struikjes en droog gras. Een fietser die van de andere kant komt heeft het helemaal gehad want die heeft storm tegen. Altijd even een praatje met andere fietsers en dan weer verder, wij helemaal blij met de storm in onze rug (90 km in 3 uur). Maar ja ons gelach wordt de volgende dag afgestraft, want de wind draait in de nacht en over de laatste 30 km doen we bijna 4 uur. Uiteindelijk komen we dan toch waar we willen wezen, in El Calafate. We zien onderweg hier veel wild: Guanaco’s, struisvogels, vos, wasbeer (dood op de weg), roofvogels, uilen, sprinkhanen, vliegen, muggen en wat al niet meer.

 

Perito Moreno gletsjer

 

Vanuit El Calafate bezoeken we de perito Moreno, een geweldige gletsjer die ook nog steeds groeit. Ook bezoeken we op onze rustdag wel 5 keer de allerbeste bakker van het zuidelijk halfrond: ontbijt, koffie met gebak, borrdjes bij de lunch, pizza in de namiddag en natuurlijk ook nog een keer gewoon voor brood.

 

Puerto Natales

Ola oliebollenbakkers!

In El Calefate stoppen we voor ruim een week eten in de tassen en vertrekken we naar Parque National Torres del Paine. Hiervoor moeten we eerst wel een stuk pampa overwinnen. Drie dagen tegen de storm in en over een slechte weg. De omgeving is droog en er is werkelijk helemaal niets. De wind wordt al snel storm tegen met rukwinden. Het valt dan ook niet mee om ´s avonds een geschikte plek te vinden voor de tent. Maar we hebben gemerkt dat die wel wat kan hebben. Na drie dagen komen we in het NP en het is het gezwoeg over de pampa meer dan waard. De eerste camping staan we alleen, dus privé douche en wc, en ´s morgens staan de guanaco´s (soort lama) rond onze tent en hebben we prachtig uitzicht op de ´Torres´.  We gaan verder het park in en maken prachtige wandelingen onder andere. naar mirador Torres, een stevige tocht omdat het hard stormde maar super.

 

Torres del Paine, mirador TorresKerstavond vieren we hier in de storm met slecht weer: omdat we ver van de bewoonde wereld staan en alles zelf mee moeten sjouwen dit jaar even geen gevulde kalkoen maar lekker rijst met prut.

 

Eerste kerstdag kunnen we dan toch uit eten, het lijkt wel of de bediening van de sociale werkvoorziening is, maar het uitzicht over het meer en de bergen en natuurlijk de kerstgedachte maken er een lekkere avond van.

Als je hier ook maar een beetje in de buurt bent MOET je hier een paar dagen blijven. Okay, wel een beetje koud maar ´s morgens de zon weer op het tentje, en een keer een vos erbij, dan krijg je het vanzelf weer warm. Ook zijn we inmiddels heel goed in kampvuurtje maken.

De laatste dagen van het jaar slijten we in Puerto Natales, de bewoonde wereld dus. Inmiddels hebben we er 4200 km op zitten!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Punta Arenas

Oudejaarsavond gaan we uit eten: lam aan het spit: zo’n lam wordt dan over een rek gespannen, er wordt een groot vuur gemaakt en daaromheen worden dan een stuk of vier, vijf van die lammetjes geroosterd, lekker, lekker.  Als we om half elf buiten staan denken we zo van en nu???? Want veel is er niet te beleven. Gelukkig lopen we al snel een paar Duitse fietsers tegen het lijf, die we al eerder hebben gesproken. Samen zoeken we naar een plaats om iets te drinken, maar alles is al gesloten. De Chillenen vieren oud en nieuw blijkbaar vooral thuis. Uiteindelijk vinden we dan toch iets. We zitten er nog maar net of het stroomt vol, er zijn blijkbaar meer buitenlanders die wat zochten. Om 12 uur krijgen we een soort van champagne die niet te drinken is, maar wel sfeerverhogend. We gaan naar buiten om vuurwerk te kijken, maar dat is er niet, omdat het er altijd waait en de huizen van hout zijn, dus te veel brandgevaar. Voor het vuurwerkgevoel roepen we toch maar even een paar keer oooo.
De volgende dag springen we weer op de fiets: op zo’n feestdag als 1 januari is toch heel Chili gesloten dan kun je dus maar beter op de fiets zitten. We hebben een lekker windje in de rug en na 100 km niets is daar een restaurant waar we onze tent beschut kunnen neerzetten, wel blijkt die dan ongeveer 3 meter van een heel oud diesel aggregaat te staan, van acht tot elf uur zijn oordopjes geen overbodige luxe.

De volgende ochtend is de wind iets wat aangetrokken, maar nog steeds in de rug, tot de weg een bocht maakt en we zijwind krijgen, wat inmiddels storm blijkt te zijn (later hoorden we dat het windkracht 10 was die dag). We worden door harde windstoten af en toe de hele weg over geslingerd. Het enige wat we kunnen doen is de fietsen neerleggen en zelf in een greppel duiken. Dit is dan ook de allereerste keer dat we toch maar een lift proberen te krijgen.

Gelukkig stopt er snel een  pickup die ons naar het eerst volgende plaatsje brengt. Hier duiken we een café in. En ja hoor, nog meer fietsers, maar die gaan de andere kant op, dus tegenstorm. Na een paar uur koffie gedronken en broodjes gegeten te hebben besluiten we toch verder te fietsen, want vanaf deze plaats maakt de weg een grote bocht en krijgen we weer rugwind. Wisten wij veel; de rugwind is ook eng, alsof je een duw in de rug krijgt en ook worden we bekogeld met grind.

Stukje bij beetje komen we toch verder, je moet toch van die Patagonische stormen genieten, één keer in je leven dan. Ook omdat er niets is moeten we toch verder en aan het eind van de dag komen we bij een tankstation (soort Dukes of hazards gebeuren) met een resto waarin het net iets minder waait: door de kieren kijk je zo naar buiten. We vragen of ze een heel erg beschutte plek voor onze tent hebben. We krijgen zowaar een oude stoffige en lekke maar o zo stormbestendige keet aangeboden, waarin we onze tent kunnen opzetten. Wat dat aangaat zijn de mensen hier erg begaan met fietsers! De volgende dag vroeg op om de wind voor te zijn, die dan vervolgens natuurlijk niet komt. Al snel komen we in de plaats van bestemming, Punta Arenas, een echte stad.

Hier blijven we een week. We gaan op excursie naar een pinguïn eiland: Isla Magdalena (160.000), erg leuk. Ook zijn we naar Fort Bulnes gefietst, om toch nog wat cultuur te snuiven.

Morgen (zondag) gaan we met de boot de straat van Magelhaen over (ja pak ‘t aardrijkskunde boek er maar bij) om vandaar over vuurland richting Ushuaia te fietsen (10 dagen of zo).

 

Vuurland

 

Ushuaia

We hebben ons einddoel in Zuid Amerika bereikt!

Maar dat ging natuurlijk niet zonder de nodige avonturen. We gaan dus eerst met de boot van Punta Arenas naar Porvenir, Vuurland (Tierra del Fuego)! Wij zouden het liever stormland noemen, maar ja. De eerste dag gaat met de wind schuin in de rug helemaal geweldig, tot de laatste 5 km, dan draaien we naar het zuiden, en de windstorm komt juist daar vandaan. We doen dus haast een uur over de laatste 5 km. Daar kunnen we bij een estancia (grote boerderij) in een oud huis onze tent opzetten. De volgende dag is de windstorm niet minder geworden en we besluiten al snel de eerstkomende pick up aan te houden. Die komt na 2 uur, waarin we 12 km verder zijn gekomen. Echter de pick-up zit al vol en er kan er maar 1 mee. Jolanda, haar fiets en de bagage van Roel worden in de wagen geladen. Roel zal met de volgende pick-up meekomen (weer 2 uur en 16 km later). Ondertussen is Jolanda in Cameron gekomen, een uit de kluiten gewassen estancia, met school en een miniminimarkt en verder niets. Na een half uur ergens gezeten te hebben komt er een mannetje naar Jolanda toe en gaat haar naar een café brengen, althans dat denkt ze. Het is echter geen café, het is een keet waar hij koffie (oké café en koffie lijken erg op elkaar) voor haar heeft en een warme kachel. Ook goed.

Na 2 uur komt Roel ook aanzetten en gaan we op zoek naar een slaapplek. Het koffiemannetje en collega´s lopen nog rond en zij helpen ons aan een superkampeerplek tussen een oude stoomlocomotief, een oude kar en meer van die oude dingen, een openluchtmuseum zeg maar.

De volgende dag  gaat het richting het oosten en hebben we de wind weer meer in de rug. De omgeving is prachtig, niet een droge pampa die wij hadden verwacht maar veel groen, bos, heel veel schapen en guanaco´s.

Wanneer we vlak bij de Argentijnse grens komen, wordt ons bij een politiepost verteld dat we de grens niet over kunnen, want we moeten een rivier oversteken (geen brug) en die staat door de regen te hoog. Aangezien we 200 km zouden moeten omrijden, gaan we toch maar richting de grens, eerst zien dan geloven. Bij de grens worden  we door de Chileense douane hartelijk ontvangen. Meteen rijden ze met ons naar de rivier om de toestand te bekijken, hij is echt te hoog en stroomt flink. Ze hebben wel het idee dat het de volgende dag beter zal zijn. Dus wij tentje opgezet, kregen een douche aangeboden, brood, jam, gekookt water en wat al niet meer. Ondertussen hadden ze contact gezocht met de Argentijnse collega’s aan de andere kant van de rivier (de mannen hadden eindelijk iets te doen). Die hadden het idee om ons de volgende dag met paarden over de rivier te brengen als het nodig was…. en dat was nodig. De volgende dag is het voor beide douane kanten een mooi spektakel: we staan nog op de video. Eerst worden we op een paard gehesen, en daarna worden onze spullen en fietsen overgebracht. Geen mens kwam dus dagen die grens over, maar wij wel!  We kunnen die dag nog een stuk fietsen, de Argentijnse kant was weer echt droge pampa. Omdat het nog steeds flink stormde zoeken we weer een onderkomen bij een estancia, de boer nodigt ons uit om mee te lopen, niet naar een grasveldje maar rechtstreeks naar de schuur.

Die schuur blijkt meer een paardenstal te zijn en daarin zetten we onze tent op. Een goede raad: kampeer niet in een oude paardenstal: die lucht krijg je vervolgens nergens meer uit, we hebben zelfs luchtverfrissers in de tent gehangen.

De volgende dag is het nog maar een klein stukje tot Rio Grande, daar is dan de Atlantische Oceaan! Het kost ons vanaf hier nog drie dagen om in Ushuaia te komen, het zuidelijkste punt. Dit vieren we met 2 andere fietsers, Nederlanders, met champagne, chips en wijn.

Ons eerste gedeelte van de reis zit er dus op. Vanaf hier vliegen we naar Buenos Aires, daar blijven we één dag en dan vliegen we door naar Australië. We zijn benieuwd wat ons daar te wachten zal staan!