Met een tijdsverschil van 10 uur komen we nog in de middag in Achorage aan. Na de fietsen in elkaar gezet te hebben, fietsen we naar downtown waar onze b&b zit; 10 km over bijna allemaal fietspaden. Daar aangekomen begint het instortingsgevaar. Het is genoeg geweest, om 9 uur gaan de luiken dicht.
Om 2 uur ‘s nachts compleet wakker. Langzaam wordt het ochtend en om 7 uur zitten wij aan het ontbijt. Al vroeg aan de wandel door de stad, vrij snel gezien. Bij de Tourist info worden ook niet zo heel veel wijzer; alles buiten de stad weten ze niet. We wandelen nog een flink eind. ‘s Middags doen we de voorraadboodschappen en besluiten we toch maar bearspray te kopen; bij de marathon van gisteren kwam de voorste een beer tegen, kon ie niet meer verder, oeps lopen hier echt beren. avonds eten we in een echt Amerikaanse tent, alles big en in een rotgang. We rekken de boel nog een beetje maar om 10 uur is het echt op.
Jolanda is weer om 2 uur klaar voor de dag. We zijn er dus weer vroeg bij. Het is helder en we zien Mount McKinley die sinds enkele jaren door toedoen van Barack Obama nu Denali heet, liggen. De krant: 2 mensen gedood door beren. Ook hier voorpagina nieuws, is niet normaal. Maar toch, serieuze zaken dus. Na nog een lekke band vervangen te hebben kunnen we vertrekken. Wij fietsen naar het noorden langs highway 1, die we aardig kunnen vermijden door een fietspad wat er naast ligt en de oude glennroad te volgen. Koffie drinken we in een roadhouse; het is geweldig om iedereen te bekijken. Iedereen even overdreven vriendelijk. Op een gegeven moment moeten we toch de snelweg op, de eerste kans die we hebben pakken we weer de oude glennway, beetje om maar, denken we. Wel een stuk rustiger in elk geval. Maar dat beetje om is toch iets meer. Net voor Palmer, na 85 km vinden we het genoeg, Wasilla is niet meer te halen vandaag. De versnellingen lopen ook niet helemaal lekker, dus hop bij het zien van een camping stoppen we. Net voordat het begint te regenen hebben we de tent staan. Later komt de zon gelukkig weer door.
Het regent de hele nacht en ‘s morgens is het ook nog niet droog. Gelukkig zijn er overdekte picknickplaatsen om te koken. In de stromende regen vertrekken we. Langs de weg ligt weer een fietspad, de weg is trouwens enorm druk. In Wasilla zoeken we weer een koffietent op om op te warmen en te drogen. Gelijk een enthousiaste mevrouw bij ons waar we zo kunnen komen overnachten, maar ja het is pas 11 uur. We drinken rustig koffie en vervolgen daarna onze weg. Tot Willow Creek blijkt er een fietspad te liggen. Zo vreemd, alsof ze hier veel fietsen. Maar voor ons ideaal, 60 km fietspad voor ons alleen. Bij Willow Creek besluiten we door te fietsen, veel te koud om te stoppen, en we hebben wind mee dus we gaan als een speer. Bij mile 82,5 zien we een camping aangegeven staan. Precies op tijd. Blijkt schot in de roos, super aardige mensen, we mogen de tent onder het afdak van de picknick plaats zetten, ze willen de banken wel even verplaatsen. Het grind onder het afdak we een beetje te hard, maar het gras er naast is prima. Douchen is weer belachelijk duur, 4 dollar, maar dan mag je wel heel lang, dus een muntje met zijn tweeën is genoeg, hebben we nog tijd over.
Het is koud als we opstaan, maar droog. Als we willen vertrekken staat er alweer een band leeg, nr 3 deze vakantie. Het is al weer druk op de weg met alle campers die zich weer als een gek verplaatsen. Bij de eerste de beste koffiemogelijkheid, drinken we weer koffie en warmen we op. Mevrouw weet te vertellen dat het komende dagen bludy hot wordt, haha. Inderdaad het wordt vandaag wel lekker weer en we zie de Mount McKinley helemaal! Prachtig, schijnt niet zo vaak voor te komen dus we hebben geluk. ‘ s middags wordt het een stuk rustiger op de weg, heerlijk en dan het uitzicht over de bergen. Het is wel interval klimmen, oef wel weer even wennen. We fietsen door naar Breyers lake waar een natuurcamping is, en dus verder niets is. Malle Amerikanen kunnen niet zonder electra dus lekker de generators aan in hun mega campers. Een eekhoorn zit al snel op de loer naar restjes.
Het begint gelijk al met weer klimmen en afdalen, soms stevig klimmen. Het is bewolkt dus jammer genoeg geen mooie uitzichten. Maar na de lunch klaart het weer helemaal op en blijven we eindelijk ook gewoon op hoogte fietsen, met wind mee dus we gaan opeens snel vooruit. De dikke bomen maken plaats voor een wat opener landschap, erg mooi. Om 3 uur zijn we al in Cantwell, 2 benzinepompen en een rv park met een paar kampeerplekken voor tenten. Dik in de schaduw, dus wij schuiven met onze stoeltjes steeds verder de camping op. Staan echt mega grote campers, niet normaal. Ook de zijkanten schuiven nog uit. Maar de douche is heerlijk warm en de toiletten spik en span. Snel ook nog wat fietsspul gewassen, zo droog met de zon en harde wind.
Het is vooral afdalen naar Denali, we zijn er dan ook nog voor de middag. Met al onze reserveringen lopen we binnen en willen dan ook nog Igloo Creek reserveren, want dat kan alleen terplekke. Geluk dat we Riley Creek campground al hadden gereserveerd, want die is vol. Igloo kan gelukkig ook nog. Vervolgens zullen we dan naar Wonderlake fietsen en met de bus terug. We hebben ruime keuze op de camping dus planten de tent vlak bij de foodlocker (eten stallen tegen de beren). De zon schijnt weer volop. Na koffie gaan we maar eens naar het leercentrum en naar Denalidorp, wat is dat een toeristenfeest, oef. Nu weten ook waar al die campers die we onderweg tegenkomen naar toe gaan. Snel weer terug naar de camping, ff lekker niks. ‘S avonds is er een lezing van een ranger; eerst over hoe te handelen bij beren, moose en wolven en daarna wordt het een beetje zen en gaat het regenen, dus wij er vandoor.
Vandaag het park in, het begint met een lange klim, maar die is goed te doen. Het is ook helemaal niet druk, valt reuze mee met het aantal bussen die er rondrijden en verder mag er geen verkeer komen. Het is schitterend. Na 25 km houdt het asfalt op, maar ook de offroad weg is goed te doen. De beren en ander eng volk blijft uit, maar Roel is dan ook wel hardvals aan het zingen om ze op afstand te houden. Hoe hoger we komen hoe opener het wordt. Af en toe horen we een geluid en schrikken dan van een konijn die uit de bosjes springt haha. Na 57 km komen we bij Igloo Creek camping aan, 6 plekken, er is niemand dus we kunnen kiezen. Staan zelfs picknickbanken onder een overkapping en foodlockers waar al onze tassen in kunnen, netje geregeld. Dan duiken we de rivier in om ons op te frissen, hoewel het fris zat is, we staan immers op 900 meter. Mooie bergtoppen om ons heen. De rangers komt ook nog even langs om te kijken of alles in orde is.
De dag begint met blauwe lucht, maar ook gelijk met een flinke klim. Al snel fietsen we in t-shirt. Maar weer even later kunnen de regenpakken te voorschijn komen. Flink klimmen vandaag, valt niet altijd mee, maar het is moooooi. In de middag zitten we weer in een stevige klim, stopt er een denalibus naast ons, dat we beter met de bus een stuk mee kunnen want verderop zitten 4 beren met jongen. Dus alles de bus in, fotostop bij de beren en een paar mile verder mogen we weer verder fietsen. Weer een helling, de laatste van vandaag. Daarna begint 35 km afdalen, althans zo lijkt het op het hoogteprofiel, helaas is het nu intervalfietsen. Op een gegeven moment roept Roel, doorfietsen doorfietsen, beer, doorfietsen. Weer eentje. De omgeving is nu heel groen met meertjes, erg mooi. En ja hoor Roel ziet weer een beer, maar dat blijkt een grote steen te zijn haha. Afijn na 81 km komen we eindelijk bij wonderlake aan. We zien een prachtige kampeerplaats met uitzicht over de bergen de de mt Denali…. Beloning voor een dag fietsen. Zon schijnt ook volop en zo af en toe laat de berg zijn top zien. Om middennacht is de bergtop rood gekleurd, moeite waard om even van het matje af te komen.
Vroeg op want we willen zeker weten dat we met de bus mee kunnen van half 7, en er kunnen maar 2 fietsen mee. Het is helemaal helder, strak blauwe lucht en de mt Denali laat zich in volle glorie zien. Wij staan dus op tijd bij de busstop. Lange rit waarin in we gewoon trots op onszelf zijn dat we die hele weg gefietst hebben. We komen nog een kudde kariboes tegen, met jongen. Na 5 uur zijn we weer terug bij de ingang. Wij kleden ons om en fietsen weer richting Cantwell. Wind is nog niet gedraaid en we hebben hem vol tegen, het heeft zelfs meer weg van storm tegen. Het valt helemaal niet mee en als we op de camping komen zijn we ook helemaal op. Gelukkig is daar onze spikenspan douche. We hebben een kampeerplek aan de zijkant die eigenlijk veel fijner is dan de officiële plekken, we hebben dit keer nog de hele avond zon. Roel gaat inkopen doen voor de komende dagen want op de Denali highway zullen we niets tegenkomen (dit is niet echt een highway want hij schijnt slecht te zijn en huurcampers mogen er niet eens op).
Voor ons doen zijn we laat wakker, 8 uur. Geen blauwe lucht, laat staan lekkere zonneschijn, jammer. Om half 10 rijden we weg, nog even tanken en geld halen. Dan de Denali highway op. Eerst nog asfalt maar al snel is dat op. Sommige stukken zijn heel slecht door de kuilen en losse stenen. Verder klimt het ook behoorlijk en helaas begint het te regenen. Na 50 km is er een camping, aangezien de volgende 40 km verder is en het al 2 uur is besluiten we hier te blijven. Door de wolken zien we weinig van de mooie bergen, morgen hopelijk beter. Wel een muggencamping dus wij spuiten ons even onder. De campinghost komt even gezellig praatje maken, staat verder helemaal niemand. Opeens een keiharde knal, wij denken ingeslagen onweer maar het schijnen gevechtsvliegtuigen te zijn die hier trainen, de host wordt er gek van. Muggen jagen ons tijdig de tent in. En nee wild heeft hij hier al tijden niet meer gezien.
Hele nacht regen. Lig ik nog lekker te slapen, is Roel al weer uit de veren. Het is bewolkt maar er verschijnt her en der wat blauw. Het wordt een zware dag. Net buiten de camping zien wij sporen, verse berensporten, neee geen wild hier hoor….
Gelijk al klimmen over een rotweg, en nog meer klimmen. Na 2 uur zijn we pas 20 km verder. Maar het is weer erg mooi, 3 gletsjers, veel besneeuwde bergtoppen en een moose met jong. Rond de middag 40 km. Komen we bij een lodge waar het cafe allemaal dollars heeft hangen. We eten een hamburger met een even klef boordje als bij de mac. Maar we kunnen wel even verder. Inmiddels is de zon er goed doorgekomen. De lange broeken kunnen weer uit. De weg wordt her en der iets beter en ook is het iets minder klimmen, we komen weer een beetje vooruit. Met nog 20 km te gaan tot de maclaren riverlodge, waar je ook kunt kamperen, zijn ze aan de weg bezig. We moeten stoppen, 15 minuten wachten op een begeleidingsauto die ons langs de werkzaamheden voert. Na 5 km weer hetzelfde liedje, weer wachten. Het meisje wat daar met het stopbord staat, staat er al vanaf 6 uur vanmorgen, hemel wat een job. Komen wel 20 autos langs per dag, sta je daar dan de hele dag. Maar goed bij het wachten worden we opgegeten en opgedronken door de muggen. Eindelijk komt de auto dan en we mogen weer. Dit keer ook nog een auto erbij. Wij kunnen het natuurlijk niet bijhouden dus de hele stoet moet af en toe op ons wachten. En of we nu verbetering van de weg zien, hmmm. Na de laatste wegwerkzaamheden krijgen we last van de vrachtautos die heen en weer rijden met grint voor de wegverbetering. De stukken die ze vorig jaar hebben gedaan worden, worden zo weer tot gort gereden. Weg wordt er dus niet beter op. Maar goed ook, anders wordt het hier veel te druk, zo is het geweldig om er te fietsen. Inmiddels is het 7 uur als we bij de lodge aankomen en kunnen we de tent bij de rivier neerzetten, en weer lekker douchen, eten en dan naar matje.
De dag begint weer mooi, vanuit de tent konden we de gletsjer mooi zien liggen. Fietsen begint meteen met een klim naar maclaren summit, pas dus. Is weer flink klimmen over een slechte weg. Het bord komt sneller dan verwacht, wij blij. Maar niet dat we daarna afdalen, we stijgen gewoon nog verder. Maar uit eindelijk toch boven. Mooie afdaling met weer uitzicht over sneeuwtoppen. Weer klimmen. Na 30 km wordt de weg echt beter en later zelfs echt geasfalteerd. Hier en daar waren ze een stukje vergeten, maar goed. De laatste 5 km naar Paxson gaan flink bergafwaarts met irritante gleuven dwars over de weg waar je banden steeds een opdonder krijgen. Maar daar is dan toch de Richardson highway. De camping Blijkt nog 10 mile verder te liggen. Gaat eerst wel lekker langs het meer, maar later wordt het weer klimmen. Naar de camping, Paxson lake campsite, gaat het hard naar beneden richting meer. We zijn het goed zat en nemen snel een campeerplaats met een stukje gras op een verhoogde bak, tent past net niet, haha.
Eerst van de camping naar de weg, 3 km omhoog door het grint. Als we op de weg zijn, gaan we gelijk in de zomeruitrusting, dunnere trui. Maar de wind is toch nog best fris. Na 5 mile hebben we Meyers roadhouse, tijd voor koffie. Weer een mooie plek, hele familiegeschiedenis staat in een ruimte uitgestalt. Gelukkig hebben ze ook nog wat blikvoer in de verkoop, zijn we voor vanavond weer gered, onze voorraad is nu wel bijna op. We gaan vooral veel bergaf, in het zonnetje, wel wind tegen. Om 2 uur zijn we al op een camping, weer stijl naar beneden. Daar aangekomen is er werkelijk niets. Dus weer naar boven, 2 mile terug was er ook nog een camping, maar we besluiten maar door te fietsen naar Dry creek campground, net voor Glennallen. Daar is het heel rustig. Wanneer we water gaan halen bij de tank die er staat ( eindelijk eens niet zelf hoeven pompen), blijkt de tank zowat leeg. Het water druppelt eruit, duurt een kwartier per bidon. Moet niet gekker worden. Onze benen worden totaal lek gestoken door de muggen, hoe fanatiek we ook rommel erop spuiten.
Al snel zitten we in Glennallen, blijkt daar een mooie camping te zitten (tenminste van buitenaf gezien), hadden we dat geweten. In de super lekker weer boodschappen doen, want we hebben niets meer. Daarna koffie in een vaag restaurant en dan maar weer fietsen. De drukte op de weg valt ons reuze mee. En wat er langs komt, 90 % campers, als die krengen er nu eens niet waren, dan was het rustig in Alaska!. Voor de middag zijn we al op de Tolsona wilderness campground. Groot gebeuren, wel weer eens afdeling sanitair goor. Maar goed we gaan niet verder. Kunnen in elk geval een douche nemen en de was gaat in de wasmachine. Alles weer schoon.
Het is gisteravond gaan regenen en niet meer gestopt. We pakken alles in, hijsen ons in de regenuitrusting, doen nog een free koffie van de campingbaas en dan fietsen. Langzaam komen we weer in de bergen. Na 35 km een lodge en we grijpen onze kans voor een mok koffie. De haard staat aan en daar kruipen we even lekker bij. We fietsen weer verder, het wordt vast steeds mooier want door de regenwolkenheen zien we af en toe wel sneeuwtoppen. Bovenop de Eurekapas weer een lodge waar we een poging doen voor een kamer, helaas, vol. Dan maar een kom soep. Daarna is het afdalen en zien we een glimp van een gletsjer. Bij grand view cafe hebben ze nog 1 kampeerplek vrij, gelukkig. Verder staan er weer hele grote rv’s. We krijgen eerst heet water om ons opte warmen, volgens mij zien we er erg sneu uit haha. De natte tent kunnen we weer in de regen opzetten. Daarna droog spul aan en in het cafe lekker pizza eten. Roel neemt een grote pizza, die is dus heeeel groot. We raken aan de praat met Nederlanders die in Canada wonen en drinken na onze pizza gegeten te hebben in hun mega rv een kop koffie. Een compleet huis binnen! Ook weer eens gezien. Bij het afscheid krijgen we gehaktballen mee, lekker! Om 10 uur zoeken wij onze matjes op.
Onverminderd nog steeds regen. We besluiten hier te blijven, willen die bergen toch nog zien. Suffe ochtend en tussen de middag eten de resten van onze doggybagpizza’s. Blijft gewoon de hele dag regenen.
We worden al vroeg wakker door mega kraaien die mega herrie maken. Paar keer weggejaagd, maar ze komen steeds weer terug tot frustratie van alle kampeerders, 3 stellen. Later blijkt dat de jongens naast ons de pizzadoos buiten hadden laten staan (met veel andere zooi), en daar hadden de kraaien dus wel zin in. Doos aan flarden. Handige jongens, die net als de oude muppetmannetjes overal commentaar op gaven haha. Maar goed, we pakken in de dikke mistwolk alles kleddernat in en gaan weer op pad. Al snel zien we dat we nog geen km van een gletsjer afstonden. Na een bergtop zijn de wolken gelukkig hoger aan de lucht en begint het weer een beetje blauw te worden. Bij mile 92 stopt de vluchtstrook; we waren hier al voor gewaarschuwd door iemand die zichzelf een zeer ervaren fietser vond en dat we deze weg dus eigenlijk niet moesten nemen, druk en gevaarlijk. Na ja dat valt dus wel mee, voor hier misschien druk, voor ons een nog rustige weg, en erg mooi, hadden we niet willen missen. Het is vooral afdalen. Bij king mountain is onze camping al weer. Plek zat. Er staan een paar busjes met fietsen van een georganiseerde tour. Ff praatje maken. Ze zijn net klaar met lunchen en of wij nog wat willen. Slaan we niet af, er wordt van alle in zakjes gedaan, fruit, groente, paprikahumus en overheerlijke taartjes! We vinden een goede plek voor onze tent naast de pomp. Maar ja die blijkt later niet te werken, da’s dus minder, en we hadden net de fee in de bak gedropt. Maar er is op deze camping een host, hillebillies met een bende om hun tent maar superaardig. Die kunnen ons van water voorzien en ze zullen straks meer gaan halen in Palmer. Al onze spullen kunnen even goed drogen en we genieten weer van de zon, net vakantie dus.
We blijven vooral afdalen en we zijn dan ook voor de middag in Palmer. Weer boodschappen gedaan in een supersupermarkt en vervolgens naar de i (informatie). Na de lunch is het weer helemaal blauw, en gaan de t-shirts aan, bijna schoon uit de kast. Naar de Indenpendence mine is het vooral klimmen, maar het valt nog mee. De eerste camping annex parkeerplaats komt al snel, de tweede die wij willen is iets verder. Blijkt het echt een parkeerplaats te zijn met een strook grint en wat picknicktafels, pfff crisis. We zetten toch de tent op en gaan daarna zonder bagage verder. Nu wordt het echt stijl, 6 ml stijl omhoog. Maar dan zijn we er toch. We mogen er voor onze inspanning gratis in. Het uitzicht is weer schitterend, voor een rondje mijn hebben we niet zo heel veel puf meer, maar we hebben het gezien. Naar beneden is in 20 minuten weer gedaan. Wordt weer een mooie blauweluchtavond.
We hadden gisteravond besloten dat, wanneer er vanmorgen blauw in de lucht zat de hatcherpas te nemen. En ja hoor het is eigenlijk al een beetje warm en blauw te zien. De beklimming van gisteren nu dus met bepakking. Het asfalt stuk gaat best goed, en daarna begint het gravel, omhoog, steil met 18 % helling. Niet te doen dus, we moeten de 2 mile naar boven grotendeels lopen en sjorren. (Tip voor andere fietsers, probeer een pickup aan te houden bij de camping en laat je naar boven brengen). Na een uur over die 2 mile gevochten te hebben en al gevraagd te hebben wat hierna komt, zijn we dan boven, mooooooi. We genieten op het hoogste punt en dan is het eerst steil afdalen en vervolgens vals plat en nog over een goede verharde weg ook, en het is prachtig, niet te dik bebost, riviertje erdoorheen. Her en der zijn mensen aan het kamperen. Na 39 km is er weer asfalt en na bijna 60 km zitten we weer in Willow Creek. Hier pakken we weer het fietspad richting Wassilla. Korte broek en t shirt aan, het is gewoon heel erg warm! Voor Wassilla, in Houston vinden we het genoeg. Eerste een small ijsje wat een enorme toeter is. De rv camp wil geen tenten maar voor 35 dollar mag het toch (dehhh), even later zit er weer een natuurcamping, geen douche maar verder prima. We douchen wel weer met ons teiltje, zelfs jolanda haar haar wordt na ruim een week weer eens gewassen en Roel aan de scheer. We zijn weer op en top en genieten daarna van de zon en de eekhoorns die achter elkaar aan zitten. Het eten moet nu ook langzaam wel op, dus we hebben een mega maaltijd.
Hoewel mevrouw van de camping mooi weer had doorgegeven, regent het ‘s nachts. Ze komt zelfs aan excuses maken en dat de voorspellingen zijn veranderd, regen in aankomst. Het dreigt ook we maar we houden het droog en fietsen wel in shirts. In Wassila drinken we koffie in de tent van de heenweg naast de supermarkt carss. Roel haalt nog brood en dat duurt tijden, te grote winkel. Bij de weg 1 kunnen we niet anders dan de snelweg nemen, oef drukte. Bij de afslag van knikriver recreation vinden we een mooie lunchplek. Wanneer de old glennway begint zijn we dan ook blij, maar ja die eindigt even later op de 1 en we moeten dus weer terug en toch nog een stuk 1 ri. Anchorage volgen. Gelukkig begint even later wel echt de old glennway en fietsen we een stuk rustiger. De Eagle river camping staat al aardig vol en grote waarschuwing voor een zwarte beer die over de camping dolt op zoek naar eten. We vinden nog een mooi kampeerplekje aan de rivier en kunnen onze tent zelfs in het gras opzetten. Daarna alles een beetje uitzoeken wat niet mee hoeft naar huis.
Ondertussen wordt het een plek achter ons steeds drukker met jongelui, ach houdt de beren weg. Wij duiken om 10 uur onze tent in. Om elf uur worden we wakker door luid geroep, go away, bear, look out. Roel pakt de bearspay, ontgrendelt die en gaat de tent uit. Er loop een zwarte beer vlak bij onze tent, oef. Een van de jongere staat al in de aanslag met een geweer. Door het geschreeuw kiest de beer er toch voor om verder te lopen. Van jongeren pakt een aantal hun tent in, wij verkassen naar midden op de camping. Maar echt heel goed slapen doen we niet meer.
Na toch nog wat geslapen te hebben genieten we van een alles opmaken ontbijt en krijgen we gezelschap van een adhd eekhoorn die gewoon de tassen komt inspecteren. Als het gaat regenen pakken we razendsnel de tent in. Onderweg naar Anchorage zien we nog een beer, gelukkig achter een hek van de armynederzetting, een veilige beer dus. In Anchorage zoeken we nog iets voor onze vakantiesouvenirkast, eten een hamburger met friet en een cola (driekwartliter is een normale portie), een menu met zijn tweeën, meer dan zat. Daarna naar de b&b van de eerste dagen waar we nog even mogen douche. De paar kilometer naar het vliegveld krijgen we nog een hoosbui over ons heen. Op het vliegveld pakken we de fietsen in en zijn we klaar voor vertrek.
gaat regenen pakken we razendsnel de tent in. Onderweg naar Anchorage zien we nog een beer, gelukkig achter een hek van de armynederzetting, een veilige beer dus. In Anchorage zoeken we nog iets voor onze vakantiesouvenirkast, eten een hamburger met friet en een cola (driekwartliter is een normale portie), een menu met zijn tweeën, meer dan zat. Daarna naar de b&b van de eerste dagen waar we nog even mogen douche. De paar kilometer naar het vliegveld krijgen we nog een hoosbui over ons heen. Op het vliegveld pakken we de fietsen in en zijn we klaar voor vertrek.