We vertrekken vanaf Eindhoven naar Madrid. Gaat allemaal soepeltjes. In Madrid zetten we in een lege aankomsthal de fietsen in elkaar en vertrekken. Helaas rijden we op een gegeven moment helemaal verkeerd, worden ook nog een de verkeerde kant op gewezen dus al met al wordt het een hele tocht naar ons hotel. In plaats van 7 km 17 km. Ons hotel, ibis, ligt bij de stierenvechtarena bij las ventas. Knetterdruk daar want het vecht seizoen is weer begonnen. Wij hoeven dat niet te zien. Het hotel is prima. Omdat het inmiddels al 19.00 uur gaan we op zoek naar eten, maar ja Spanje begint pas om 20.00 uur op zijn vroegst te eten. Gelukkig vinden we een leuk terras en tapas is er wel, en dat wilde we nu net.
Om 6 uur gaat de tv opeens aan, als wekker ingesteld door de vorige bewoners. Gelukkig slapen we daarna lekker verder. Na het ontbijt pakken we de metro naar het centrum en struinen daar alle hoogtepunten af. Het is feest in de stad, san Isidoro, overal volksdansen.
‘S avonds gaan we eens kijken naar mercado de San Miguel, wat geweldig moet zijn om in alle standjes hapjes te eten. Valt erg tegen, toeristisch en de hapjes zijn ook niet geweldig. Gelukkig komen we na even wandelen in museo de parma (is dus gewoon een bier/hampub) waar we een geweldig broodje ham krijgen en een bier voor nog geen 2 euro en een hoop vermaak. Tot slot nog een ijsje in de ijssalon vlak bij ons hotel, die kennen we inmiddels ook al goed. Daarna is het tijd om de spullen te organiseren voor morgen want dan gaan we weer lekker fietsen, op naar Lissabon.
Na het ontbijt fietsen we eerst naar het treinstation. Schiet niet op want er zijn heel veel stoplichten. Net te laat komen we aan en moeten we een uur wachten op onze trein naar el Escorial. Daar is het gelijk flink klimmen naar het monasterio. Lange rij om naar binnen te komen, maar dat waren we toch al niet van plan. Gebouw is indrukwekkend. Daarna stappen we lekker op de fiets, hoewel de weg gaat de eerste 5 km alleen maar omhoog en het is druk op de weg. Boven gekomen zitten we op 1247 meter. Gaat het meeste verkeer gelukkig richting Avila, wij gaan richting Robledo, mooie, rustige weg. In het dorpscafé drinken we even koffie voor het laatste stukje, de camping in Valdemaqueda.
Vreselijke nacht met veel herrie, muziek, geschreeuw en een poort die constant met veel lawaai open en dicht gaat. Om 8 uur staan we op, Roel haalt lekker brood in het dorp en Jolanda pakt vast in. Het is nog lekker koel als we vertrekken. Deze route, hadden we gelezen, is een populaire motorroute in het weekend, dat klopt. De racemonsters schieten ons ook met vooral veel lawaai voorbij. In Cebreros drinken we koffie en is het vooral zien en gezien worden met je motor. Onze rossen staan er ook mooi bij. Daarna begint de temperatuur snel op te lopen en de hellingen ook. Na het meer van Bugullio is het even nog vlak. Na een cola in Burgohondo besluiten we nog door te fietsen. Tja niet wetend dat de temperatuur oploopt naar boven de 40 graden en het vooral veeel klimmen is, weer naar ruim 1200 meter. En dan weer omlaag en weer omhoog, er komt geen einde aan. Blij zijn we met het bordje camping in Hoyocasero, waar een motormuis ons vriendelijk begroet en er plek zat is.
Heerlijk rustig geslapen, maar het was wel koud! Al snel komt de zon weer en is het genieten. We gaan vandaag eerst naar Navarredonda de Gredos op ruim 1600 meter. Prachtige klim met besneeuwde bergtoppen voor ons en de weg gaat geleidelijk omhoog, goed te fietsen. Het plaatsje blijkt nogal toeristisch. Daarna is het dalen en af en toe nog wat klimmen. De plaatsjes onderweg bieden verder weinig, zelfs geen dorpscafé om wat te drinken. In llanos de Tornes vinden we na wat zoeken een camping maar die blijkt nog gesloten te zijn of nooit meer open te gaan. We mogen er wel staan, maar er is verder niets, meneer wil nog wel een kraan ergens open zetten. Omdat we ook niets meer te eten hebben en het volgende plaatsje met super 5 km (klimmen) verderop is besluiten we toch maar door te fietsen. In el Barco de Avila vinden we een hotelletje en dat vinden we best.
Wanneer we de rolluiken naar boven doen is het helemaal bewolkt en koud. We dalen eerst vooral naar Bejar, stom plaatsje, het waait een koude noorderstorm. Na de koffie fietsen we snel verder naar Miranda del Castanar, een mooi plaatsje heel authentiek met smalle straatjes. Daar is een camping maar we besluiten toch door te fietsen omdat het nog maar 2 uur is. Er volgen nog een paar behoorlijke klimmen naar Sotoserrano waar na 3 km afdalen vanaf het plaatsje een camping is. Gelukkig kunnen we daar van alles kopen. Een super spik en span camping aan het water. ' s nachts stormt het behoorlijk en het is weer een koude nacht.
Meteen een klim va 3 km naar boven naar het plaatsje toe, inkopen gedaan. Omgeving is weer heel anders vandaag, eerst veel groene naaldbomen later kersenbomen en olijven, het wordt al een stuk droger. De lange klimmen zijn nu weg maar daarvoor in de plaats is het 2 km klimmen, 2 km dalen en dat de hele dag door. Door de noordenwind is het aangenaam om te fietsen. We volgen gewoon de n214 die wel iets drukker is, maar niet overdreven, en na 1 uur liggen die Spanjaarden tot een uur of 5 toch weer voor pampus en is het weer rustig. In Santibanez el Alto moet een camping zijn, tot onze schrik ligt die plaats 5 km klimmen hoger, oef. Boven gekomen, is de camping niet meer. Ze wijzen ons op een andere aan het meer. Dus weer afdalen, er komen nog eens 20 km bij. Gelukkig is daar echt wel camping, met mooi gras.
We fietsen eerst naar Moraleja voor de boodschappen. Helemaal vlak, dor en saai, daarna via Valverde del Fresno portugal in, en dat isweer saaai, droog en rotheuvels, 17 km lang tot de grens, vervolgens nog eenzelfde 17 km tot Penamacor. Echt niet leuk. Maar in het plaatsje is de super zomaar open midden op de dag en slaan we cola in, we komen weer bij. Daarna naar Fundao. Het wordt weer mooier, we rijden door de bossen, gelukkig. In Fundao is een camping, stofcamping. Beetje teleurstelling vooral omdat we gewoon moe zijn. Zijn ze ook nog de hele tijd de stenen en stof aan het maaien, want gras staat er geen plukkie, maar ze maaien zich rot.
Eerst naar Fundeo voor de dagelijkse boodschappen. Daarna via de n343 naar Erada, het is al flink klimmen, vervolgens komen we op de n230 en daar is het 15 km heel geleidelijk klimmen, en mooi! Op de top met windmolens gekomen denken we er te zijn , maar nee na even afdalen begint het klimmen weer. Even later toch afdalen en daarna tot de camping bij Avo Aldeia redelijk gelijk met een enkele heuvel. De camping is van Nederlanders, er staan dus best veel Nederlanders en heeft gelukkig gras! Het is de hele dag strak blauwe lucht met wel veel wind maar heerlijk om te fietsen. 'Avonds maar eens gekeken waar we komende dagen naar toe gaan fietsen.
We zijn al vrij snel in Coja, een erg leuk plaatje. Na de koffie op het grote plein fietsen we verder richting Arganil. Bij Lousa gaat de weg omhoog en omhoog door het bos, je ziet niets van de omgeving alleen maar bos. En maar omhoog, 15 km lang. Omdat we al 60 km achter de rug hebben vinden we het niet leuk en zwaar. Maar daar bij de windmolens blijkt toch de top te zijn, maar toch niet, we klimmen nog 2 km door. Daarna afdalen tot de camping een paar km voor Castanheira de Pera. Er is net gemaaid, maar het stro ligt er nog en het is een knollenveld. Maar we vinden nog een redelijk recht stukje. Helaas staan er (weer eens) lantaarnpalen zodat het nooit donker wordt.
We dalen verder af naar Castanheira. En daarna naar Figueiro. Daar drinken we koffie in het place to be café, blijft maar binnenstromen van mensen. Hier is ook een super open op zondag, mazzel. Vervolgens fietsen we helemaal verkeerd en moeten we weer terug naar Figueiro. Daar zien we bordje naar Foz, een gokje maar gelukkig loopt de weg langs het meer door. Tot slot moeten we nog wel even 20 % omhoog, lopen dus, om weer van het meer af te komen. Vervolgens vinden we wel vrij snel de weg naar Ferreira do Zezere waar een camping is, een hele mooie, spik en span, met alleen maar Nederlanders, dat weer wel.
We willen hier wel blijven maar we willen ook nog meer zien en fietsen dus we gaan toch maar. Eerst richting Vila del Rei, behoorlijk wat klimmetjes maar erg mooi, de n2 blijkt drukker dan we gewend zijn en er wordt vooral hard gereden, dus we nemen een kleiner weggetje via Milreu. Heel erg mooi, we weer dalen en klimmen, maar dat is de moeite, heerlijk. Na Abrantes weten we weer een klein weggetje te vinden naar Ponta Sor. Op een gegeven moment is de weg niet meer geasfalteerd, dat is echt weer even leuk fietsen. Het is hier ook zo droog dat we de olifanten, giraffen en apen verwachten haha. Maar nee. Vervolgens naar Avis. Een lange dag geworden. Grote camping aan het meer.
Bij het afrekenen kijken we een beetje wazig, €5,50. Na 2x vragen blijkt het echt zo te zijn.
We vertrekken op tijd richting Casa Branca, een leuk authentiek dorpje. We zien iemand ergens uit komen en dat blijkt dus de bakker te zijn. Meer een portiekje, geweldig. Bij de benzinepomp drinken we koffie omdat we niets anders zien. In Vimiero zien we wel een lekker terrasje dus daar strijken we nogmaals neer voor koffie. Ondertussen is het bloedheet aan het worden. De weg naar Evora gaat vrij simpel tussen de kurkeiken, druiven, mimosastruiken en olijfbomen. Alleen nergens een schaduwplaatsje waar we kunnen eten, overal dikke hekken langs de route. Aan het begin van Evora is er wel een parkje. Daarna fietsen we Evora in, hoop toeristen en veel oude zut. De camping is net buiten het plaatsje en wordt bevolkt door 90% 65+ Nederlanders in campers. We doen onze was en nemen een duik in het zwembad, mooi kunnen we ook weer afvinken.
Eerst rijden we nog even terug naar Evora, we moeten die oude zut toch zien en nu is het nog rustig. Daarna via een klein weggetje, Valverde naar escoural. Daar wordt gevraagd of we de grotten willen bezoeken, grotten, zijn hier grotten haha. We besluiten door te rijden want het wordt warmer en heter. De grotere weg naar Alcacer is gelukkig rustig. Naast de weg liggen rijstvelden en zijn er weer veel ooievaars. In Alcacer rijden we recht op de i af. Daar vragen we of er een camping is, resoluut krijgen we nee te horen. Dan vragen we in de buurt dan. Haar Engels is toch niet zo dus er komt iemand anders bij. Roel roept campismo, aaaa jaaa die is er wel. Gelukkig maar. We racen er naar toe en ploffen neer, ut is al weer boven de 40 graden met warme wind, pff.
Het eerste stuk van de ene laatste fietsdag lijkt bijna helemaal door de duinen te gaan, kleine heuveltjes, grove den, wit zand en verder niets, dus ook geen koffie. Gelukkig blijkt het dorrje op de ene afslag van de ochtend iets groter dan de kaart aan geeft en vinden we een terrasje. Nu gaan we verder over een smalle landtong recht naar het noorden, aan de ene kant een lagune aan de andere kant de Atlantische oceaan. We komen precies op tijd bij de boot, kaartje kopen, aan boord rijden, trossen los en vertrekken. Gelukkig is de zee rustig en al snel staan we weer op vaste grond in Setubal. Via wat winkelstraten zouden we bij de touris info moeten komen, die hebben we niet aangetroffen, wel vinden we een fietspadje wat ons de goede kant op brengt. In het Parque Natural da Arrábida lukt het ons niet de juiste afslag te vinden met als resultaat dat we op de grote weg belanden en die gaat nog eens extra omhoog en warm dat het is. We lunchen in een zijstraatje onder een paar grote bomen en via wat omweggetjes vinden we dan toch een camping. Die heeft net een nieuw veldje voor tenten: een stuk bos waar het onkruid toch net iets te hoog staat, wij kiezen maar voor het oude veldje, ook daar staan we alleen met leuk uitzicht, gelukkig op een aardige afstand van alle vaste caravan standplaatsen.
De laatste fietsdag blijkt niet de leukste te zijn: via een drukke provenciale weg bereiken we Barreiro, ook geen stad om blij van te worden. De fiets kan in de catamaran en ook nu zijn we weer snel aan de overkant: Lissabon. We stappen bijna midden in het centrum van de boot en bij de tourist info vragen we een kaartje van de stad en ook of ze een fietsenmaker weten. Die weten ze een: hier links en dan 1e rechts: binnen 10 minuten hebben we 2 fietsdozen achterop gebonden en gaan we op zoek naar ons hotel. Niet moeilijk te vinden alleen met een staart van meer dan een meter, vanwege de dozen, dwars door de stad fietsen is niet heel handig.
Omdat we laat in de middag pas vliegen, ontdekken we Lissabon op de fiets, langs de taag naar Torre de Belem en natuurlijk ook Barrio Alto voor het uitzicht. En dan zit het er weer op. We fietsen naar het vliegveld en pakken daar de fietsen in, en dan.... terug naar huis :(